Cursus gedichten verbeteren #88

Welkom bij een eenvoudig gedicht in parlandostijl. Het gaat vandaag om nuances en ritme.

Zelfvertrouwen betekent jezelf graag wantrouwen.

Goed zo jongen, zo klonk het enige compliment dat hij ooit aanvaardde
uit de mond van de teddybeer, wie anders

Goed zo jongen, beval hij de kleine donkere hoertjes hem te zeggen
wanneer ze reden op zijn harde lul

Goed zo jongen, las hij zichzelf voor uit de verhalen die hij voor zichzelf schreef
in slecht verzorgd proza

Goed zo jongen, zei zijn papegaai, de vogel die hem verlossen moest
maar die stierf aan een voedselvergiftiging

Goed zo jongen, hoorde hij zichzelf prevelen bij opslag en promotie
terwijl hij ritselde met het cellofaan van een chocolaatje

Goed zo jongen, je hebt de gemeenschap niet veel gekost
je was in dat opzicht een netto plus

Goed zo jongen, er was geld ingezameld om het te beitelen
op zijn graf, goed zo jongen, goed zo, en nog eens goed zo, voor straf

Het motto is overbodig (en wat betekent het eigenlijk? Een bonmot uit de bonmotfabriek, maar een trivialiteit wanneer we de 2-seconden-regel toepassen). Noem het gedicht gewoon ‘goed zo’. Ritmisch kan er wat worden verbeterd, de klanken mogen ook beter op elkaar aansluiten. De ‘harde lul’ trekt teveel aandacht naar zich toe.

De strofe met het ‘netto plus’ springt uit de toon en wordt vervangen door iets anders. Het woord “graf” kunnen weglaten. De lezer verwacht het voor het rijm. Dat effect heet bij mij fantoomrijm.

Zonder verder gedoe (vandaag is eigenlijk een rustdag; het peloton kan uitrusten voor de volgende etappe) schuiven we en knutselen we het volgende in elkaar:

levensloop

Goed zo jongen. Zo klonk het enige compliment dat hij ooit aanvaardde
uit de mond van zijn teddybeer, wie anders

Goed zo jongen, las hij zichzelf voor uit de verhalen die hij voor zichzelf schreef
als hij niet in slaap kon vallen

Goed zo jongen, zei zijn papegaai, de vogel die hem verlossen moest
maar die stierf aan een voedselvergiftiging

Goed zo jongen, beval hij de kleine donkere hoertjes tegen hem te zeggen
wanneer ze hem met gesloten ogen bevredigden

Goed zo jongen, hoorde hij zichzelf prevelen bij opslag en promotie
terwijl hij ritselde met het cellofaan van een chocolaatje

Goed zo jongen, knikte de arts toen hij weer was bijgekomen
je bent bijna schoon en kan nog even

Goed zo jongen, zei de pastor, die inderhaast geregeld was
nu gaan we leven met jouw nalatenschap

Goed zo jongen. Er was geld ingezameld om het te beitelen

GOED ZO JONGEN

Goed zo, en nog eens goed zo, voor straf

Goed zo? Of rotzooi? Uw woorden worden gehoord.

Geef een reactie