Vandaag weer een politiek gedicht, waarin (dus) vluchtelingen een rol spelen.
strand
De aangespoelden hebben nog gezichten
dus onze beschaving ziet zich uitgedaagdEr worden maskers uitgedeeld, het strand
is een grote geile occupymanifestatieNu zijn het geen personen maar profielen
preludes tot een zekere doelmatigheidOoit waren ze vertrokken met de smaak
van het beloofde land op hun lippenOoit maakten ze grappen over dikke
blanke wijven en iedereen een MercedesOoit schitterden hun zwarte ogen wanneer
ze elkaar vertelden over het paradijsDe aangespoelden brengen onze nacht
met zich mee in hun mensenblikEr slaan stemmingen door de landen
nieuwslezers kondigen de duisternis aanIk sluit de gordijnen en bedenk me:
dan verlaat ik de hut en strandjut naar hun woorden
Er is te weinig magie in dit gedicht. De bedoeling is meerstemmigheid maar het faalt vooral op het einde, waar de auteur zich zelfverliefd verliest in een metafoor, en aan het begin, waar hij van de hak op de tak springt. Het is nochtans verbeterbaar omdat voelbaar is dat er iets poëtisch gezegd kan worden.
de aangespoelden hebben hun kleren nog aan en hun gezichten nog op
Dat is wranger, het maakt het woord ‘maskers’ overbodig. De volgende twee strofes mogen weg.
We leveren voor € 49,95 Europees geld op:
strand
De aangespoelden hebben hun kleren nog aan
en hun gezichten nog opOoit waren ze vertrokken met de smaak
van het beloofde land op hun lippenOoit maakten ze grappen over dikke
witte wijven en iedereen een MercedesOoit schitterden hun zwarte ogen
als ze elkaar vertelden over het paradijsNu liggen ze daar dood in de vloed
in de lens van de beschavingEen zucht lang zijn ze nepnieuws
verontwaardigingLangs de zee hipt een meeuwenjong
alsof het strandjut naar hun woorden
Commentaar graag, vooral als u een vluchteling bent of kent. En kan iemand dit in het Arabisch vertalen?