Na een lange treinrit tijdens welke ik enkele zinnen voor mijn kolderieke roman kon formuleren, en die me aangenaam verraste met de aanblik van Polder Zeevang, en in mijmeringen deed verzinken over de Strijd die de mensen hier in het Noorderkwartier eeuwenlang tegen het alomtegenwoordige water hebben gestreden, arriveerde ik in Hoorn Kersenboogerd, door de Hoornaar die ik ging opzoeken liefdevol Kersy genoemd.
Tijdens de korte wandeling naar de binnenstad van het ooit zo belangrijke graanstadje werd ik vakkundig geïnformeerd. Mijn gastheer bracht de historie tot leven door mijn oog te richten op vele saignante details, zoals de prollerige villawijk in faux Amsterdamse school-stijl waar ik drie Porsches aan de straat zag staan, een fiere bronzen adelaar op de gevel van een Joodse (!) koopman, en de poldergotische Noorderkerk, het enige nog echt Middeleeuwse gebouw in Hoorn, met een zij-ingang waardoor je als minderbedeelde naar binnen werd gedragen nadat je het loodje had gelegd.
Boven die zij-ingang stond in een cartouche het opschrift HIC META DOLORIS: hier is het einde van de smart. Op meer kon je als arme sloeber toen niet hopen. Boven de hoofdingang rustte een stenen skelet, riant op een hoofdkussen, kaarsje en zandlopertje erbij, met de kronende woorden EN MESSEM IMMORTALITATIS, ziehier de oogst van de onsterfelijkheid: de welvarende graankoopman mocht voortaan genieten van Demeters weelde.
Het verschil tussen arm er rijk was in de gouden eeuw, net als nu, een van de opzichtelijke organisatieprincipes van het sociale leven. In een van de fraaie panden was koffietent HAAI society gevestigd, en dat soort puns is aan mij wel besteed, en de koffie was er goed (met dank aan voornoemde historisch onderlegde Hoornaar).
We leven in een openluchtmuseum, bedenk ik me in treinstel 9478 op weg naar Den Bosch. Wanneer we ons hier iets bewuster van zijn wordt het veel makkelijker om met elkaar die vriendelijk-ironische blik op het verleden te delen, en elkaar beter te vertrouwen, omdat onze knoken straks de volgende laag gaan vormen van de Bataafse spekkoek.
Tot zover mijn open sollicitatie als oecumenische internetpastor. Wees lief voor elkaar!