“Hier!” klinkt de stem van een man
en nog een keer: “hier!”
Je kent de man niet,
hij wordt een overtuiging,
die je deelt met de hond,
dat “hier” de beste aller plekken is.
Wat vermag nog penneninkt / die als rijm zijn duur ontstijgt?
“Goedemorgen mijnheer Imam,
roept er iemand op tot een gebed?
– “Met gehijg, gekreun, gedram?
Welnee, dat is mijn minnaar Ed.”
Het leven is een ruwe zee
Je vindt erkenning na de nood
Pikt ergens nog een prijsje mee
En dan is zij daar, de dood.