ik als dode

In het kader van nostalvember dook ik in mijn tenenkrullend poëziearchief.

ik als dode
liggend op een koud bed
dat in de nacht wordt gedragen
eromheen de levenden
gemompel en hoofdgeknik
een snikkende vriendin
verkorte versie van een vrolijk
stuk muziek dat “hij gewild zou hebben”
vaag gelul over het herinneren
meer hoofdgeknik en kunnen we nu gaan
een gedicht en “ja ja zo was hij o ja”
ach en amen, dan op naar de kuil
een paar geschraapte kelen en het motto
waarover iedereen het wel eens is
“een leven vol overgave en ontreddering”
de eerste horlogekijkers, een knorrende buik
laatste blikken, iemand grijpt mijn arm en
kwakzalft over een laatste reis
zuchten iemand poetst zijn bril
bolstaande wangen en hoofdgekrab
een vallende ster en nog meer gezever
volbracht, of iets van dien aard

en dan bijna onmerkbaar
mijn middelvinger die zich strekt.

kamiel (levend) november 2010

Geef een reactie