Voor deze 24e aflevering, die een jubileumeditie geweest zou zijn wanneer homo sapiens zes of twaalf vingers zou hebben gehad, bezinnen we ons op een gedicht uit de bundel “Tongriem“. De auteur schreef deze poëzie enkele jaren geleden in het zonovergoten Lissabon en pleurde ze op het internet in de vorm van een pdf-bestand. Ik schreef ze vanuit een buikgevoel, maar kon ze niet beoordelen omdat ze in de beruchte dode hoek zaten, de metafoor die aan deze cursus ten grondslag ligt. Nu ik echter weer op mijn dichtersbok zit en stevig aan de teugels trek, ontwaar ik langzaam de brokstukken in die dode hoek. Vandaag gaan we een van die brokstukken lijmen. Lezen jullie mee?
Miradouro da Senhora do Monte
de stad verhaalt van haar roemvol verleden
als de eeuwig overlevende, maakt ze goede sier
bij haar bezoekers, die zich licht kunnen kleden
want ze bloost warm aan de mond van de riviereen kleurplaat ontworpen door de grote architect
en Pombal – dit is een stad die zich blijft verfijnen
door haar verleden, dat haar steeds tot leven wekt
als een peuter die zingt, en kleurt buiten de lijnenals ik het aquarel drink van haar gearceerde lippen
voel ik me even een van hen, die haar stichtten
de stad is een lijnenspel, opgedoken uit vele stippen
dat lacht in het maanlicht, en zich laaft aan vergezichten
De bedoeling was een vormvast gedicht over Lissabon. Het is een gezapig beeld en kan een fraaie ode aan de stad zijn. Wat eraan mankeert is het rommelige metrum en en het gebrek aan research. Pombal was de “premier” van Portugal (Sebastião José de Carvalho e Melo, de eerste Markies van Pombal, die Lissabon heeft opgebouwd na de vernietigende aardbeving van 1755) naar wie de architectuurstijl is vernoemd. Sommige metaforen, zoals het “laven aan vergezichten” slaan nergens op en moeten worden vervangen door betere. Het gedicht heeft geen begin en einde, er is geen ontwikkeling in te bespeuren. Dat geeft niet, maar we moeten ons er wel van bewust zijn! Het ziet er naar uit dat we ons vandaag gaan beperken tot het verbeteren van details.
hier verdwijnt je blik in lang vervlogen tijden (–∪–∪–∪–∪–∪–∪ #jambhex)
eeuwig lonkt de trotse stad op haar manier met goede sier (–∪–∪–∪–∪–∪–)
en toont ze fier haar blos zodat we haar benijden
zoals ze schittert aan de mond van de rivier
Dat loopt al een stuk beter, al kostte het verdorie veel moeite. Houd u er rekening mee dat zo’n vormvast gedicht een pijnlijke kwelling kan veroorzaken, die soms een minderwaardigheidscomplex in het kielzog voert. Slaat u zelf het metrum altijd mee op uw knie, of maakt u een geluidsopname met uw telefoon.
Wanneer we op die manier verder werken komen we vandaag tot het volgende resultaat:
Miradouro da Senhora do Monte
hier verdwijnt je blik in lang vervlogen tijden
eeuwig lonkt de trotse stad met goede sier
en toont ze fier haar blos opdat we haar benijden
zoals ze schittert aan de mond van de rivieralles lijkt een kleurplaat van de grote architect
brede lanen, monumenten, grote pleinen
waar de stad zichzelf tot leven wekt
als een kind, dat kleurt buiten de lijnenslordig licht arceert op stenen lippen
om voor het donker de stad op te richten
als een lijnenspel, dat opduikt uit de stippen
en in het maanlicht sterft met de vergezichten
We hebben toch iets meer moeten doen dan gepland. Merk op dat het metrum bewust wordt gebroken bij “kleurt buiten de lijnen” om de inhoud te illustreren. Dit inhoud is nog steeds wat geforceerd maar ik laat het hierbij. We zien “de grote architect” (god/Pombal) en het spel met de slordige arcering tot de stervende vergezichten (saudade). Dat laatste klinkt veel leuker in het Portugees: e no luar morre com as panoramas
Ik begrijp na deze verbetering goed waarom we niet meer vormvast schrijven. Wat een gedoe is dat!
Wanneer we poëzie schrijven op een plaats die heilig was voor andere dichters, moeten we ons tenminste verdiepen in hun leven. We mogen hier het gedicht van Florbela Espanca, dat als muurschildering bestaat op de hoek van Damasceno Monteiro en Travessa da Senhora do Monte. Onthoud dat voor uw volgende bezoek aan Lissabon!
Ser poeta é ser mais alto, é ser maior
Do que os homens! Morder como quem beija!
É ser mendigo e dar como quem seja
Rei do Reino de Aquém e de Além Dor!
Dichter zijn is hoger staan en grootser zijn
Dan de mensen! Bijten waar een ander kust
Het is bedelaar zijn, vrijgevig als een bewust
Heerser van het Rijk van en voorbij de pijn
Commentaren op het gedicht van vandaag en het kleine stukje dat we (met krampachtig rijmbehoud) uit het Portugees vertaalden zijn welkom.