Cursus gedichten verbeteren #72

Welkom terug bij de ándere poëziecursus. Vandaag een gedicht getiteld ‘voornaam‘ waarbij de oefening  voornamelijk het schrappen van vervuilende woorden en het leveren van betere metaforen betreft.

Wat is voornaam

Die vornehme Seele hat Ehrfurcht vor sich – Nietzsche
Ik ben een visionaire zaadcel
in een doopvont vol Facebookcommentaren
Wat is voornaam? Dat blijft de vraag.
Er zijn verschillende abstractieniveau’s
van dat wat is, van al wat een frequentie heeft
Er zijn woorden die condenseren aan de lucht
of gebocheld achterblijven langs een vangrail
vergeet de woorden. woorden zijn het vreemdelingen-
legioen van de verstomming.
Wat is voornaam? Ogen die naar elkaar loeren in een ether van wantrouwen.
Reptielen in een stille poel. Een stokoude baron in een Bentley, met praal die flubbert langs zijn revers.
Wat is voornaam? Wertheschaffend.
De mensen zouden koplampen moeten hebben
zodat ze, wanneer ze elkaar
bij duister tegemoet komen, hun lichten tijdelijk kunnen dimmen om aan te geven dat ze op de hoogte zijn van elkaars aanwezigheid om een teken zetten, een waarde te stichten
zonder dat ze elkaar hoeven zien

Lees dit eens zonder de visionaire zaadcel, en met een minder sufmoraliserend slot. Wat te denken van beter uitgewerkte en op elkaar inwerkende metaforen? Betere regelzetting? Klank, ritme? Aan het werk!

er zijn verschillende abstractieniveaus
van wat er is, van wat een frequentie heeft
woorden kunnen condenseren in de lucht
of gebocheld achterblijven langs een vangrail
vergeet de woorden,

woorden zijn het vreemdelingenlegioen
van de verstomming

Woorden vechten voor een hun vreemde zaak: de verstomming. De voornaamheid kan dan enkel nog schuilen in stille scènes. Het wordt een pose die zijn waarde ontleent aan de goedkeuring van de niet-voornamen of – aan zichzelf. De voorname ziel moet zich splitsen en sluit zich in zijn eerbied voor zichzelf van de wereld af.

261. Der vornehme Mensch muss es sich erst mit Zwang, namentlich mit Hülfe der Historie, vorstellig machen, dass, seit unvordenklichen Zeiten, in allen irgendwie abhängigen Volksschichten der gemeine Mensch nur Das war, was er galt:—gar nicht daran gewöhnt, Werthe selbst anzusetzen, mass er auch sich keinen andern Werth bei, als seine Herren ihm beimassen (es ist das eigentliche Herrenrecht, Werthe zu schaffen).

Dat klinkt leuk en aardig, maar hoe kunnen we dan onderscheiden tussen een ingebeelde voorname en een échte? Is het enige criterium daarvoor uiteindelijk niet ‘macht’? En inderdaad, Nietzsche dacht dat het leven niks anders dan wil tot macht is. De voorname idealen dreigen betekenisloos te worden wanneer we geen ‘van boven gegeven’ waarden kunnen omarmen (en Nietzsche moest niks hebben van de autoriteit in de hemel, de christelijke god). Met andere woorden: het voorname blijft tot het einde een onzekere worsteling. Een vertwijfeling die blijft experimenteren en de kunst verstaat, die vertwijfeling te omhullen met de zoete illusie van productieve creativiteit. Hij kan en moet waarden scheppen omdat heeft ingezien dat we geen ingeboren waarden hebben, en dat waarden niet beklijven.

Dat ga ik nu niet netter of academischer formuleren. Het gaat hier om een poëtische uitdrukking van deze gedachte.

vernietigende kracht / een slangenarend die om zich bidt in de lucht de lucht stilhangt
een jager. wu wei (无为), triomf van de grootste lust aan de zwaarste last
ontwaardt de stemmen van toekomstigen in zijn borst, de voorname is afgezant van anderen, toekomstigen
hij lacht om de bedrijvigheid van kleine idealen, mild en minzaam / vervuld van het grote weten
en zich vangend in het spel van afstand en ironie / berglucht, er is eerbied in hun blik schijnt/schuilt eerbied
in balans.  

Aldus leveren we vandaag dit op:

Die vornehme Seele hat Ehrfurcht vor sich – Nietzsche

er zijn verschillende abstractieniveaus
van wat is, van wat een frequentie heeft
woorden kunnen condenseren in de lucht
of gebocheld achterblijven langs een vangrail
_______________________________vergeet de woorden

woorden zijn het vreemdelingenlegioen
van de verstomming

Wat is voornaam? Een slangenarend die om zich de lucht stilhangt
Wat is voornaam? Wertheschaffend

De voorname ziel is afgezant van anderen,
uit haar mond spreken toekomstigen,
hier prijst zij zich met haar zware last alleen

maar zij zint niet op triomfen, wetend
vangt zij zichzelf in het spel van afstand
en ironie, van eerbied en aanwezigheid

van vrolijke wetenschap

Het gedicht heeft een duidelijkere vorm gekregen; de beelden zijn interessanter, de gedachte is helder. Is ook te zien dat het gedicht met zichzelf in gesprek gaat en komt de productieve, borende twijfel of voornaamheid een bereikbaar ideaal is tot uitdrukking?

 

Geef een reactie