Cursus gedichten verbeteren #1

In een vlaag van wat ik vanuit mijn huidige positie niet anders dan verstandsverbijstering kan noemen, stuurde ik vorige maand een verzameling gedichten naar een uitgever. Het fenomeen dat mij vandaag fascineert is dat van de blinde vlek voor ons eigen geschrijf. Waarlijk, wanneer we ons daar meer bewust van worden kan er veel leed worden bespaard. Het raadsel, en dit illustreert alleszins de vindingrijkheid van de menselijke geest, was dat ik in staat was om het onderstaande gedicht, dat als uitgangspunt dient voor de cursus van vandaag, als ‘af’ te ervaren:

Latijns-Amerika
Kijk, de triomf vermorgend, de schering in je kruin
krab de duurstem af en zing, ontstemde nacht
egaal, zing, dans de losse veren gracieus
in magistrale, mistrale wervelingen, zwerf
over de doorstormde pampas, reikhals
naar de terugkeer van Macombo,
werk mee tegen de hemelrot.
Dek je erin, je nek gestrekt, de wereld een tinteling
een zenuwgrap, een intermezzo, een amuse bouche
voor de bonenschotel, een lachsalvo voor het vuurpeloton.
De groengrage verlossers ontkloppen aan de geest van het woud
labyrintisch de in de diepzee gevluchtenen, waar vogels
zweven, onbeholpen in een tijdelijke orde,
door water dat licht is geworden.
Zo staat het met de dingen: red de magie, de wevingen in de ondergroei,
het roodvinkig stippend gevolgte. Ogel in de vruchtbare bodem de blauwzwarte inkt,
verzuip de krijgers van het seismische, veer op en blijf, blaas
tegen de bandelozen, de bandoneon, en verklein je in de verten waar zich de zoutvlakte strekt
verzwerf je vergetelheden in goed gezelschap, bretel je broekige aanschijn maar
billijk altijd vlam en worteling wanneer zij inslaan uit onwezende voortijden.

Op facebook schreven vriendelijke lezers heel terecht dat er flauwe woordspelingen en alliteraties in zitten, dat het ritme niet prettig is (het zou een tango kunnen zijn), dat niet duidelijk is wie wat waarom gebiedt. Het is een taalverliefd, myopisch werkstuk dat de indruk van het magische continent Zuid-Amerika wil beschrijven maar jammerlijk faalt. De kwaliteit is zo tenenkrommend slecht dat ik van deze cursus zélf het meeste zal opsteken!

Om te beginnen: dat kan het Nederlands niet uitputtend doen. Beperk je tot het sentiment dat je had als turista. De bibliotheek van Borges en het canto general van Neruda zullen blijven bestaan tot in onze eewigheid. De gebiedende wijs is onzin. De context van het gedicht is een serie observaties vanuit het perspectief van een ‘expat’ die iets van de wereld heeft gezien. Wanneer we beginnen met Ginds dwaalde ik is direct de distantie, het perspectief en de rondzwerving duidelijk.

Vanuit zo’n simpele eerste zin schept uw cursusleider inspiratie. Het vervolg dienst zich aan: avond aan avond, door bloedwarme straten. Ik beleefde ooit carnaval in Rio en zwierf ’s nachts door de straten daar, maar ook in Buenos Aires of Santiago of Lima. Avond aan avond werkt goed voor het ritme. De komma is een stap in onze tango. Het bloedwarme is een goede vondst door de verwijzing naar het warmbloedige en het bloedvergieten in de favelas (ik huil om het Brazilië van Bolsonaro). Dit zet de toon, en het betékent iets. De rest van het gedicht zou daarop moeten voortbouwen, en niet nog meer woordverliefde wartaal uitbraken.

In die straten wordt feest gevierd. Ik dronk, ik zong, ik zag klinkt als Caesar’s beroemde trits, maar werkt hier beter omgekeerd, in de woordvolgorde van de vraag: dronk ik, zong ik, zag ik. Moet je dronken zijn om te zien wat er hier gebeurt? Het ligt voor de hand hier die triomf (van Bacchus-Dionysos?) te plaatsen. De late triomf over morgen. Ja ja, mañana, mañana. Dat kan sterker. Rio triomferen. We laten het even rusten.

Ginds zwierf ik herhaalt de eerste strofe, nu gaat het over het landschap: Amazone, Andes, pampa. Het magisch realisme van Márquez is nooit ver weg, maar moet Macombo expliciet worden genoemd? door magistrale vergezichten / in honderd eenzame dorpen / beval ik van mijn fantasie een werveling, iets dat stand kon houden standhield tegen de vergetelheid (zonder punt…) Hoe kun je door vergezichten zwerven? Precies! Merk ook de bewuste foutieve grammatica op van iets van mijn fantasie bevelen. Het woordspel is hier met bevelen/bevallen, zwangerschap van fantasmen is een vertrouwde metafoor.

‘hemelrot’ is een lelijk woord voor de entropie waaraan ook onze christelijke hemelfantasie onderhevig is. De volgende strofe was in het origineel zwak. De bonenschotel klinkt te Hollands, het Italiaanse intermezo en het Franse amuse bouche staan er voor spek en bonen bij. De Italiaanse invloeden in Buenos Aires zijn weliswaar niet te overzien, maar daarnaar verwijzen maakt het gedicht niet beter – of voornamer. Ginds beheerste de wereld een tinteling. Grammaticale omkering zorgt voor spanning. Driemaal ginds is scheepsrecht. en ik reisde erin.

Het lachsalvo voor het vuurpeloton is flauw (maar de connotatie salve, het reddende mag terugkomen). Durf het weg te gooien. Durf te schrappen! Laat de liefde voor de taal spreken. Het volgende woorde is herinneringik strikte een herinnering. Te cryptisch maar klankmatig voor de hand liggend. Dan gaan we verder naar labyrintisch en de tijdelijke orde. aan een labyrintisch werelddeel uit de diepte opgeheven naar een tijdelijke orde / waar vogels zweven door water dat licht is geworden. Dit gaat over de Andes en de continentale platen (en past bij de mythe van de Inca’s waarin Manco Capas uit de diepte van het Titicacameer kwam), maar ook over de politieke (wan)orde. De vogels die vroeger vissen waren en het water dat licht is geworden zijn magisch realisme (en condor – havik – zwaluw zijn de volgens die bij de Inca’s stonden voor hemel, middenaarde en onderwereld). orde/geworden is bewust een halfrijm om de voorlopige orde in de vorm te onderstrepen, in de hoop dat de lezer dit ook ziet.

Zo zijn daar de dingen: dat is scherper dan ‘staat het met’. Zo is het! de magie redt zich in de ondergroei / wij weven het doek laten we die Homerische metafoor hier niet gebruiken, we zijn heel gevoelig voor cultural appropriation. Dat had je gedacht! Voor de inca’s waren stoffen belangrijker dan goud en zilver! Dus dat weven zou best mogen, het slaat alleen nergens op. de mensen tellen zich tot haar gevolgte. Gevogelte maar met de letters verhaspeld, dat is een mooie indicatie van de taal als ‘zondenval’. En het tellen verwijst naar kwantificatie en ordening. Taal en tellen verbannen ons uit het rijk van de magie (en dat is maar goed ook) maar hier, geachte cursist, kunnen we haar volgen. Kunt u mij nog volgen?

leefde we als ik ervan, als bandeloze, strekte ik mijn lijf bij het geluid de klanken van de kleine bandoneon. De tango, dus. Bandeloos – bandoneon, dat is te gedwongen. Weg ermee! Kunnen wij toeristen het bijbenen (de spanning tussen de bezoeker en het continent moet weer duidelijk worden). ginds strekt de zoutvlakte zich tot de einder uit / verzwerft men uit de ordewaan. Let op dat het niet te cryptisch wordt. De zoutvlakte in Bolivia is bekend en prachtig, maar laten we hier niet met een Christelijke zoutpilaarmetafoor komen. Schrappen! De ordewaan als omkering van wanorde, waaruit men verzwerft is goed gevonden. Ik denk ook aan een hot issue in Latijns-Amerika: dat van de vele halfbloed-groepen (mestizo, mulatto) maar dat hoef je er niet per se in te proppen.
Het einde hoeft niet zo’n gezapig cliché over ‘worteling’ te zijn. En dat billijken heeft niet de etymologie die we nodig hebben. Wees altijd bewust! De ‘voortijden’ zijn wel belangrijk: tenslotte heeft het Incarijk veel overgenomen van oudere culturen die voor hen kwamen en nu vergeten zijn. en ik ontwortelde (grammaticaal dubbel), ik logeerde er in dronkenheid, volgde de magie en borrelde / als donkere inkt uit voortijden op (geen punt). Borrelen is lekker dubbel, wij permitteren ons de kwinkslag. En let op dat er dronkenheid staat en niet dronkenschap. Ik was er overigens als reiziger, als iemand die ontworteld was uit Nederland. Die ontworteling past hier ook goed. Het omhoog borrelen van de magisch-realistische literatuur, met verwijzing naar de Incamythologie wordt hier nog een keer herhaald. Volg dus de magische verbeelding en voel de heilige inspiratie, alsof wat je schrijft opborrelt uit donkere voortijden!

Na nog wat verbeteringen is het hele gedicht nu als volgt:

Ginds dwaalde ik avond aan avond,
door bloedwarme straten,
dronk ik, zong ik, zag ik
de late triomf over de morgen

Ginds zwierf ik door magistrale vergezichten
in honderd eenzame dorpen
beval ik van mijn fantasie een werveling,
iets dat standhield tegen de vergetelheid

Ginds beheerste de wereld een tinteling
en ik reisde erin,
strikte een herinnering

aan een labyrintisch werelddeel opgeheven naar tijdelijke orde
waar de vogels zweven door water dat licht is geworden

Zo zijn daar de dingen: de magie redt zich in de ondergroei
en de mensen tellen zich tot haar gevolgte.

Ginds verzwerft men uit de ordewaan
en ik ontwortelde, ik logeerde er in dronkenheid,
volgde de magie en borrelde
als donkere inkt uit voortijden op

Het is een enorme verbetering ten opzichte van het origineel. Misschien is het nu te gekunsteld, maar daar kan ik als cursusleider op deze plek geen uitsluitsel over geven. Het gedicht gaat door naar de volgende ronde, waar het met gereedschap van een hogere orde (kent u de aleph-o-maat?) onder handen zal worden genomen.

De drie tips van deze cursus: beperk je, durf te schrappen en wees altijd bewust.

Het woord is aan jullie, geachte cursisten! Ik zal reageren op ieder commentaar!

Geef een reactie